De
zon en het zonnestelsel
Alle sterren zijn
zonnen en de zon is een ster. Het is een reusachtige draaiende
gasbol. De diameter bedraagt meer dan 100 keer van de aarde. De zon
bevindt zich op 8 lichtminuten van onze aarde en heeft een
doorsnede van 1 400 000 km.
Opbouw van de
zon
 |
|
DE
FOTOSFEER is zonneoppervlak en is maar enkele 100-den
kilometers dik. De samenstelling, temperatuur en druk zijn gekend
uit het kleurenspectrum van de zon : 3/4 waterstof, 1/4
helium, temperatuur : 6.000° C.
De ontploffingen op het zonoppervlak (= protuberansen)
slingeren geladen deeltjes in de ruimte (= zonnewind).
Tengevolge van de ontploffingen ontstaan er dan ook donkere
vlekken (= zonnevlekken). Dit is gebonden aan een elfjarige
cyclus en hangt samen met drogere en vochtige perioden op
aarde. Het magnetisch veld van de aarde buigt de zonnewind om.
|
 |
|
DE
CHROMOSFEER & CORONA zijn respectievelijk de binnenste
en buitenste rand van de dampkring rond de fotosfeer en bestaat
uit erg ijle gassen. Ze komen tot 100.000-den km van het
zonneoppervlak
In
DE KERN heerst
een hele hoge druk en een temperatuur van 16.000.000° C.
Dit is genoeg voor spontane kernfusies waarbij dan nog
eens veel energie vrijkomt ten koste van wat massa. De zon
verliest dus constant aan gewicht of beter massa : de massa
wordt omgezet in energie.(toepassing op aarde :
kernenergie.)
|
|
|
|
Planeten
om de zon
Planeten
zijn afgekoelde hemellichamen die rond een ster draaien.
Het geheel noemt men planetenstelsel. Het planetenstelsel
van de zon noemt men zonnestelsel en bestaat uit negen
planeten. Sommige daarvan hebben nog enkele manen rond zich
(manen of satellieten).
Volgorde vanaf de zon :
· Mercurius
· Venus
· Aarde = de blauwe planeet
· Mars = de rode planeet
· Jupiter = de grootste planeet
· Saturnus = de tweede grootste planeet (18 manen), de ringen
van Saturnus
· Uranus
· Neptunus
· Pluto = de verste maar niet altijd...
Elke
planeet draait in een ellipsvormige baan rond de zon en dan nog
eens rond zijn eigen as (= rotatie).
|
|
|
|
|
|
Andere
hemellichamen
Planetoïden
zijn "mini"-planeetjes tussen Mars en Jupiter. Meteoroïden
zijn planetoïden of brokstukken aangetrokken door een planeet.
Ze verbranden in onze dampkring (= vallende sterren). Kometen
zijn dan weer "vuile" sneeuwballen (bevroren bal van
water, methaan, koolstofdioxide)
die kunnen verschijnen met een staart (als een komeet de zon
nadert, vormt zich een staart van verdampt materiaal (bijv. Halley))
of als een lichtvlek
|
|
|
|

|
Het
heelal dijt uit. Ooit was alle materie op één plaats. Door
een ontploffing is deze materie gaan uitdijen (Big Bang of
de Oerknal)
Het
heelal bestaat uit talrijke groepen galaxieën (bijv.
onze Lokale Groep). Deze Galaxieën (bijv. Het Melkwegstelsel)
bestaan op hun beurt uit planetenstelsels (bijv. Het Zonnestelsel).
|
TOP
|