Hoe
kun je kenmerken van hemellichamen afleiden vanaf de aarde ?
Alle
hemellichamen zenden elektromagnetische golven uit. Door deze golven te
onderzoeken leren we hemellichamen kennen. Eén van de belangrijkste
eigenschappen van golven is de golflengte. De golflengte is de
afstand tussen twee opeenvolgende golftoppen/golfdalen of is de afstand
van 1 golfdal en 1 golftop samen (= 1cyclus).

We kunnen
de verschillende elektromagnetische (e.m.-) golven indelen naar hun golflengte :
- De
golven met grote golflengten (> 10-1 m) zoals de radiogolven
(lange, midden en korte).
- De
golven met kleine golflengten (10-6 m tot 10-1 m) zoals de
warmtegolven (microgolf en infrarood).
- De
golven met zeer kleine golflengten (< 10-6 m) zoals zichtbaar
licht, radioactieve straling (röntgen, gamma), kosmische straling.

Violet
380 - 420 nm, Blauw-violet 420 - 450 nm, Blauw 450 - 480 nm, Blauw-groen
480 - 510 nm, Groen 510 - 550 nm, Geel-groen 550 - 570 nm, Geel 570 -
590 nm, Oranje 590 - 600 nm, Oranje-rood 600 - 630 nm, Rood 630 - 750 nm
E.m.-golven
kunnen op voorwerpen weerkaatsen (= reflectie), erdoor gaan
(bij doorschijnende voorwerpen : met breking) of erdoor geabsorbeerd
(opgeslorpt) worden
Het
grootste gedeelte van de straling wordt tegengehouden door de dampkring
(hoofdzakelijk wordt enkel het zichtbaar licht doorgelaten). Opvallend
worden enkele discontinue golflengten doorgelaten. Men noemt dit stralingsvensters.
De
voornaamste toestellen om stralen (golven) waar te nemen zijn optische
telescopen en radiotelescopen.
De
optische telescopen worden onderverdeeld in spiegel- en
lenzentelescopen (sterrenkijkers)
De spiegeltelescoop is de opvolger van de sterrenkijker. De
sterrenkijkers hadden/hebben namelijk enkele belangrijke nadelen :
- de
lenzen waren gemaakt van glas en glas is moeilijk homogeen te
krijgen.
- de
lengte van het toestel (15 x de diameter van het objectief).
- verlies
van licht door absorptie. Licht dat invalt op een voorwerp (de
aarde) kan drie dingen doen :

lenzentelescoop
|

spiegeltelescoop
|
Daarom is men bij de moderne optische telescoop gaan werken met spiegels
(holle -) in plaats van met lenzen :
- spiegels
kunnen gemakkelijk gegoten worden
- de
homogeniteit is van minder belang (aberratie heeft hier minder
invloed)
Het
gebruik van de optische telescoop hier op aarde heeft echter nog
enkele nadelen :
- Storing
door stadsverlichting (lichtvervuiling of stoorlicht).
- Opslorping
door de dampkring.
- Men
moet 's nachts kijken.

Telescoop op Hawaï
|

VLT of Vert Large Telescope
|
Om het
nadeel van de dampkring (en het stoorlicht) op te heffen, gaat men soms
telescopen in gebergten plaatsen.

Het effect van
lichtvervuiling
Meestal
kijkt men niet door de telescoop maar neemt men foto's. Het
voordeel hiervan is dat een foto lichtgevoeliger is dan het oog en dat
foto's meer gelegenheid bieden tot nauwkeurigere studie.
|
Naast
fotografie doet men ook aan fotometrie. Door licht op een
prisma te laten invallen zal het ontbonden worden in zijn
samenstellende kleuren. Uit het kleurenspectrum kan als het ware
een vingerafdruk van het bestudeerde hemellichaam worden
gemaakt. Zo kan men uit de kleuren ook eigenschappen als
temperatuur, druk e.d. afleiden.
Uit
het Doppler-effect (verschuiving in het kleurenspectrum =
verandering van de golflengten) kan heel wat geleerd worden over
de bewegingen die de hemellichamen uitvoeren. (De golven volgen
elkaar sneller op in de richting van de beweging van de golfbron
dus de frequentie stijgt of de golflengte wordt kleiner dus we
krijgen een verschuiving in het kleurenspectrum, de zogenaamde
roodverschuiving.)
|
|

Voor elke andere golflengte
heeft een glas een andere brekingsindex. Bij breking door een
glazen prisma van zonlicht dat uit meerdere kleuren bestaat
treedt dan kleurspreiding op. We zien dan een kleurenspectrum.
De deviatie (richtingsverandering) bij breking is dus
afhankelijk van de golflengte.
|
|
Het Doppler-effect
Het Doppler-effect kunnen we waarnemen als objecten, die golven
uitzenden (licht, geluid, ...), ons naderen of zich van ons
verwijderen. Door die beweging wordt de golf samengedrukt of
uitgetrokken. Bij licht betekent een verandering in golflengte
een verandering in kleur. Een kortere golflengte (samengedrukte
golf) betekent meer naar het blauwe (naar links) in het
spectrum, een langere golflengte (uitgetrokken golf) meer naar
het rode (naar rechts).
|
 |
Het dopplereffect anders :
In situatie A beweegt de golfbron niet, in situatie B beweegt
de golfbron naar rechts
de golven worden in geval B in de richting van de nadering van
de bron samengeperst; de golflente neemt dan af, terwijl in
tegenovergestelde richting de golflengte toeneemt


De roodverschuiving
Het licht van sterren en sterrenstelsels wordt ook beïnvloed
door het Doppler-effect. Dankzij de atomaire emissie kan men
dit Doppler-effect nauwkeurig bepalen: men kan de golflengte
van de absorptie of emissie meten, en die vergelijken met de
gekende waarden uit metingen op aarde. Aangezien de meeste
sterrenstelsels zich van ons verwijderen, vertonen ze een
Doppler-effect naar de rode kant van het spectrum toe. Vandaar
dat in de kosmologie vaak wordt gesproken van
roodverschuiving.
|
Naast
zichtbaar licht zenden hemellichamen ook radiogolven uit. Enkel
de radiogolven tussen 1 cm en 20 m kunnen door de dampkring. Men
noemt dit het radiovenster.Om deze waar te nemen gebruikt
men radiotelescopen.
Er bestaan grote radiotelescopen (diameter 76 m - 305 m)
maar men maakt ook gebruik van kleinere maar meerdere die samen
evenveel aankunnen als hun grote broers.(een batterij) |
|
|
| Door
de grote afstanden in de ruimte heeft men een andere
afstandseenheid als maat genomen, namelijk het lichtjaar. Een lichtjaar
is de afstand die het licht aflegt in 1 jaar (de snelheid van
het licht bedraagt 300 000 km/s) Zo kan het zijn dat licht van
een ster ons pas na miljoenen jaren bereikt, zodat als het
licht hier is, de ster al niet meer kan bestaan. Men spreekt ook
van een lichtseconde en een lichtminuut. |
|
De
dichtste sterren :
Alpha
Centauri: afstand 4.24 lichtjaar
Barnard's Star: afstand 5.9 lichtjaar
Wolf 359: afstand 7.6 lichtjaar.
Lalande 21185: afstand 8.1 lichtjaar
Sirius A: afstand 8.6 lichtjaar.
Sirius B: afstand 8.6 lichtjaar.
|
|
Waarnemingen
door ruimtetuigen
Om
de nadelen van de dampkring op te heffen, is men gebruik gaan
maken van bemande of onbemande ruimtetuigen buiten de
dampkring.(ruimtependel = SPACE SHUTTLE, permanent
ruimtelaboratorium (Russen : ruimtestation MIR, Internationaal :
ruimtstation alpha of het ISS), ESA-draagraketten, satellieten;
IRAS-satelliet (infra-rood),IUE-satelliet (UV), Hubble-telescoop
(zichtbaar licht) enz ...
|
|
|
|
|

|

|
Soorten
satellieten :
Geostationaire : vliegen op een hoogte van 36 000 km
boven de evenaar en gaan 1 keer per etmaal rond de aarde. Ze
behouden vanaf de aarde gezien een vaste plaats. Voorbeelden : METEOSAT
(weersatelliet), GORIZONT (communicatie).
Niet-geostationaire : vliegen dichter tegen de aarde en
volbrengen meerdere omlopen per etmaal. Hun banen lopen veelal
over de polen, daarom noemt men ze ook polaire
satellieten. Voorbeelden : NOAA (weer),
navigatiesatellieten *, LANDSAT (studie van het aardoppervlak).
De navigatiesatellieten zullen in de toekomst een belangrijke
rol spelen in het zogenaamd wereld-plaats-bepaling-systeem of GPS
(global positioning system). Men gaat dus gebruik maken van
satellieten om zijn plaats te bepalen op aarde. |
|
|
TOP
|